Gedenkboek 1990
verder.

1990

Gedenkboek

110 jaar RijksHBS

blad 19

In dat kader moest ook deze overdrachtsoperatie worden geplaatst. Bovendien speelden er nog andere, meer principiële argumenten een rol, te weten de onwenselijkheid om beleid en bestuur in één hand te houden en de grote afstand tussen de rijksscholen en hun bevoegd gezag.
Nadrukkelijk verwierp de staatssecretaris de suggestie, dat andere faktoren een beslissende rol hadden gespeeld (14).
Eind 1986 werd na overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Dr. Oskamp tot extern procescoördinator overdracht rijksscholen benoemd met als opdracht een stimulerende, adviserende en coördinerende rol te vervullen. Hij zou terzijde gestaan worden door een begeleidingscommissie. Eind 1988 werd voor de overdracht van gebouwen en terreinen een afzonderlijk landelijk coordinator benoemd, die nauw moest samenwerken met de heer Oskamp.
In de jaren 1987 en 1988 bestonden de voornaamste aktiviteiten uit het politieke overleg over de voorgenomen bestuursoverdracht, plaatselijke contacten tussen gemeentebestuur en rijksschool, op gang gebracht door de procescoördinator, overleg op landelijk niveau met personeelsorganisaties over de rechtspositie-aspekten van de overdracht en de voorbereiding van een wetsvoorstel tot regeling van de bestuursoverdracht.
Het wetsvoorstel Regeling Bestuursoverdracht Rijksscholen (Kamerstuk 20 989) werd op 2 januari 1989 bij de Tweede Kamer ingediend en op 18 juni 1989 aangenomen, zodat ook in ditzelfde jaar de overdracht in een operationeel stadium kwam. De eerste Rijksscholen werden daadwerkelijk in 1989 overgedragen.
De RSG 'Den Hulster' zal op 1 januari 1991 naar de Gemeente Venlo overgaan en mag zich vanaf die datum Stedelijke Scholengemeenschap noemen (15).
De voorbereiding van deze bestuursoverdracht heeft ruim twee jaar in beslag genomen. Er werd een werkgroep gevormd, bestaande uit enkele personeelsleden van de school onder leiding van de rektor en een aantal ambtenaren van de gemeente Venlo. Vele punten werden besproken, te weten de rechtspositie van het personeel, de medezeggenschap van de school, de gebouwensituatie en de toekomstige bestuursvorm. Wat de bestuursvorm betreft passeerden vele ideëen de revue vanaf achtereenvolgens de sui generis-constructie, de gemeenschappelijke regeling, een artikel 61-commissie tot het integrale bestuur door het College van B & W. Voor deze laatste bestuursvorm is uiteindelijk geopteerd als het beste passend bij het openbare karakter van de school. Al deze punten zijn beschreven in een zogenaamd convenant, hetwelk eind september 1990 door de partijen zal worden ondertekend.

overzicht.